Zijn boek Natuurwijn - een helder verhaal over troebele wijn is een beschouwend en onderzoekend werk; zeker geen a-kritische lofzang op natuurwijn, maar wel genuanceerd. Na het lezen bekruipt mij dan ook de vraag; wat vindt Niels van Laatum, dé Nederlandse autoriteit op het gebied van natuurwijn, nou voorbij de nette nuance? Is natuurwijn here to stay (& slay), of blijft het een hipster-hype? Hoe de toekomst van natuurwijn eruit ziet + nog 6 andere vragen leg ik Niels zelf voor.
Allereerst dat stereotype: drinken alleen verwende randstedelijke Millennials natuurwijn en hebben de klassieke wijndino’s er per definitie niks mee? Oftewel, is de natuurwijnhype generatiegebonden?
“Nee, het waarderen van natuurwijn is niet generatiegebonden, het is eerder een kwestie van hoe open-minded je bent. En ja, de klassieke wijnliefhebber is daar vaak wat starder in dan jonge mensen. Ik heb genoeg wijnsnobs horen zeggen ‘Ik heb natuurwijn al eens geprobeerd, maar ik vind het gewoon niks’. Dat is eigenlijk alsof je zegt dat je geen chardonnay lust - slaat nergens op. Want het gamma is zo breed! Ik vind het echt jammer als mensen dan toch bekrompen blijven. Aan de andere kant stoor ik me wel aan de groep die natuurwijn drinkt omdát het natuurwijn is, in plaats van echt te weten wat er in je glas zit. Maar dat is straks ook niet meer cool joh, iedere generatie zet zich af tegen de vorige, ook qua consumptie.”
“Tuurlijk, tien, twaalf jaar geleden was natuurwijn nog niet waar het nu is. Als dat je eerste ervaring was en je hebt het daarna geen kans meer gegeven, dan vind je het niks nee. Maar zo lang zijn de meeste natuurwijnmakers dus nog niet bezig vergeleken met de rest, en leren we niet door fouten te maken? Wat mij betreft mag natuurwijn af en toe best wel ontsporen. Een keer tijdens een masterclass wilde een wijndocent een natuurwijn niet proeven omdat hij een wijnfout rook, en ‘dan dronk hij het per definitie niet’. Maar achterin zaten twee jonge meiden die de wijn helemaal fantastisch vonden. Dat is wat mij betreft exemplarisch voor hoe de wijnwereld in elkaar steekt: sta je open voor nieuwe dingen en inzichten, snap je wat er speelt qua ontwikkelingen? Is dat het geval, dan ga je natuurwijn echt waarderen. Zo ging het bijvoorbeeld ook bij mijn schoonouders, van origine klassieke wijnliefhebbers. Nou, dat zijn geen Millennials, maar zo lang je je niet laat afschrikken door een gek geurtje kan er een wereld voor je open gaan. Die brug probeer ik te slaan naar de vakmensen.”
Er wordt ook een hoop gezegd over wijnetiketten. Even kort door de bocht: een gelikt etiket zou afleiden van wat er in de fles zit, vs. het oog wil ook wat. Dat laatste lijken veel natuurwijnmakers tot een kunst an sich hebben te verheven. Wat is jouw mening over ‘het etiket’?
“Ik heb persoonlijk wel een zwak voor de cartoony etiketten, wellicht vanwege mijn achtergrond. Maar inderdaad, een etiket hoeft niks te zeggen over de kwaliteit van de wijn, en tuurlijk zijn er wijnmakers die vooral hip ‘doen’. Anderzijds bepaalt het etiket wel degelijk waar je oog op valt, en als het hele plaatje klopt, van sluiting tot etiket, dan vind ik dat wel een raadgever dat een wijn met zorg is gemaakt. Hoe je überhaupt weet of je een goede wijn koopt? Niet! Het enige wat werkt is beste vrienden wordt met je lokale wijnspecialist, je huiswerk doen en proeven, proeven, proeven, haha.”
Wat is volgens jou de beste natuurwijn die je tot nu toe op hebt?
“Hmm, beste natuurwijn vind ik geen goede definitie, eerder meest memorabele. En dan denk ik aan wijnhuizen als Gravner of Radikon; dat is wel echt iets anders, als je hun wijnen drinkt. Maar wat ik ook heel gaaf vind is bijvoorbeeld Le Puy in Bordeaux; dat is eigenlijk een noodgedwongen natuurwijn. Omdat een overgrootvader te gierig was om machines te kopen, werkt dit wijnhuis al generaties natuurlijk. Heeft totaal niks te maken met de hype dus, maar met een geloof in een manier van werken. En zo zijn er bijvoorbeeld ook meer exotische natuurwijnen, zoals Japanse, hoe tof is dat? Dat er binnen de niche van natuurwijn nóg meer zijstraatjes zijn.”
Oké, je móet er één kiezen voor de rest van je leven: pet-nat of champagne?
“Ha, dan kies ik toch voor champagne! Pet-nat kan fantastisch zijn, maar ook wispelturig. Dan kan er onderaan de streep toch weinig op tegen champagne. En wat ik echt tof vind is dat champagne eigenlijk gewoon hartstikke innovatief is. Het is de regio waar bio het hardst groeit, en bijvoorbeeld in de Côte des Bar zoeken ze echt de randjes op van hun manier van werken; hoe ver kunnen ze gaan richting natuurwijn?”
In een volgend leven, word je dan wijnboer of sommelier in 3-sterren-restaurant?
“Wijnboer, 100 procent. Ik heb een beetje gesommelierd en vond het een leuke ervaring, maar ik zie het niet als mijn roeping. Mensen inspireren om bepaalde wijnen te proberen, ja, maar als sommelier gaat dat teveel op werk lijken. Wijnboeren is echt iets nieuws voor mij, dat wil ik wel proberen. Waar? Hmm… de Azoren, dat lijkt me wel de ultieme uitdaging om daar natuurlijke wijn te maken, gezien het klimaat en landschap daar.”
Ligt natuurwijn straks in de supermarkt?
“Er zijn al wel entry-level natuurwijnen te krijgen waarvan de goedkoopste net onder een tientje per fles zitten. Maar eerlijk gezegd, dat vond ik niet veel qua smaak. Ik ben zelf stiekem ook een wijnsnob aan het worden, haha. Maar nee, vooral door de prijs denk ik dat natuurwijn daarom niet per se in de supermarktschappen terecht zal komen.”
Als uitsmijter: wat wordt dan wél de toekomst van natuurwijn?
“Natuurwijnen zelf zullen nooit mainstream worden, dat hoop ik ook niet. Maar het gedachtegoed mag van mij wel degelijk mainstream worden. Daar zie ik de eerste tekenen al wel van terug in de wijnwereld. Er zijn al premium labels die natuurwijnpraktijken toepassen, en ook bij importeurs zie ik dat er langzaam dingen beginnen te veranderen. In Amsterdam slaat het juist weer door, de natuurwijnhype, aan die groei en gekkigheid zit ook een grens. Maar laat de eigenwijze en eigenzinnige types de boel maar aanwakkeren qua innovatie, zowel onder wijnmakers als wijndrinkers. Daar wordt de wereld alleen maar beter en leuker van!”